Handen Af Van Het Medisch Dossier

 

 

 

 

 


 

 

Wij,

Betrokken en bezorgde burgers en verontruste (medische) professionals van Nederland,

constateren

 -dat de Tweede Kamer door het aannemen van wetsvoorstel 33980, waardoor zorgverzekeraars voor het opsporen van fraude toegang krijgen tot het medisch dossier van verzekerden, inbreuk maakt op het medisch beroepsgeheim en daarmee op de vertrouwensband tussen arts en patiënt;

-dat dit een uitbreiding is van een al bestaande situatie waarin de verzekeraar voor het opsporen van fraude toegang kon verlangen tot het medisch dossier van verzekerden en het beroepsgeheim daarmee dus al werd uitgehold;

- dat het wetsvoorstel allerlei waarborgen bevat voor een zorgvuldige uitvoering, maar dat het desalniettemin ontegenzeggelijk een (verdere) aantasting betekent van het medisch beroepsgeheim;

- dat het beroepsgeheim een van de pijlers is onder een voor iedereen toegankelijke gezondheidszorg, en daarmee onder het functioneren en de kwaliteit van de zorg;

- dat een (verdere) aantasting van het beroepsgeheim dus een (verdere) stap is in een onwenselijke richting, die alleen gezet zou moeten worden als er een groot maatschappelijk belang mee is gediend en er geen goede alternatieven voorhanden zijn;

- dat uit onderzoek door de Erasmus Universiteit Rotterdam, in opdracht van Minister Schippers, blijkt dat er voldoende mogelijkheden zijn om ook met inachtneming van het medisch beroepsgeheim fraude op te sporen;

- dat de fraude die met deze wetswijziging moet worden bestreden zeer gering is (0,015 procent van de 1 miljard declaratieregels, of circa € 11 miljoen) en dat bovendien geen enkele raming is gegeven van de verbetering van de effectiviteit van de fraudebestrijding die met deze wetswijziging mogelijk zou worden;

- dat daarmee dus niet is voldaan aan de voorwaarden dat met deze wet een groot maatschappelijk belang is gediend en dat er geen goede alternatieven voorhanden zijn;

- dat aanvaarding van dit wetsvoorstel een precedent schept voor volgende inbreuken op privacy en afkalving van beroepsgeheimen, ook in andere professies;

en verzoeken

dat de Eerste Kamer dit wetsvoorstel afkeurt.