Ik steun Studenten voor Rechtvaardigheid in Palestina (SRP)

Golda Meir

/ #51 Lees dit!

2015-01-20 08:57

De Deense psycholoog Nicolai Sennels heeft – op basis van zijn uitgebreide ervaring met het behandelen van moslimjongeren – vier belangrijke patronen geïdentificeerd om het gedrag van moslims te begrijpen en hoe die omgaan met Westerse invloeden:

 

Woede

Westerlingen zijn opgevoed om van woede te zien als een teken van zwakte, onmacht en gebrek aan zelfbeheersing.
In de islamitische cultuur echter wordt boosheid gezien als een teken van kracht. Voor moslims is agressie een manier om respect te krijgen.
Als we foto’s zien van bebaarde mannen die woest heen en weer springen en in de lucht schieten, moeten wij ons realiseren dat dit rolmodellen zijn van acceptabel gedrag.

 

Zelfvertrouwen

In de westerse cultuur blijkt zelfvertrouwen uit het kunnen omgaan met kritiek en daarop rationeel kunnen reageren. Wij worden opgevoed met het idee dat mensen die snel boos worden door kritiek vermoedelijk onzeker en onvolwassen zijn.
In de islamitische cultuur is het tegenovergesteld. Het is eervol om agressief te reageren, om te strijden, om critici bang te maken zodat zij zich terugtrekken en om te gaan vechten, ook als dit kan leiden tot een gevangenisstraf of zelfs de dood.
Zij zien niet-agressieve reacties op bedreigingen als een teken van een kwetsbaarheid die moet worden benut.
Ze hebben niet geleerd om een rustige respons te interpreteren als een uitnodiging tot het aangaan van een dialoog, diplomatie, debat, compromis of vreedzame co-existentie. Juist het tegenovergestelde.

 

Gevoel van controle

In de westerse cultuur zijn we opgevoed om een innerlijk gevoel van controle te hebben. Dit houdt in dat wij onze eigen innerlijke emoties, reacties, beslissingen en standpunten zien als de belangrijkste besluitvormingsfactor in ons leven te zien. Er kunnen omstandigheden zijn die onze situatie beïnvloedt, maar uiteindelijk is het ons eigen oordeel van een situatie en de manier hoe wij daarmee omgaan. Dit leidt tot een grote eigen verantwoordelijkheid en motiveert mensen om hun eigen problemen op te lossen.

Moslims worden opgevoed met een extern gevoel van controle. Het blijkt uit het voortdurende gebruik van de term inshallah (“Als Allah het wil”) als het over de toekomst gaat. Veel aspecten van het leven worden bepaald door eeuwenoude tradities, de clancultuur en de leiders van de clan. Dat laat weinig ruimte voor individuele vrijheid.
Individueel initiatief wordt soms zelfs zwaar gestraft. Dat leidt er toe dat als dingen fout gaan, het altijd de schuld van anderen is, of van de situatie.

 

Identiteit

Tot slot speelt identiteit een belangrijke rol. Westerlingen wordt geleerd om open en tolerant te zijn tegenover andere culturen en religies en om daarvan te leren. Daardoor zijn wij minder kritisch op negatieve aspecten.

Moslims echter wordt geleerd dat ze superieur zijn, en dat alle anderen zo slecht zijn dat Allah hen na hun dood naar de hel zal sturen.

 

Foute zet van Obama

In juni 2009 ging de toen net gekozen president Obama naar Egypte waar hij een uitspraak deed die een verkeerde verwachting schiep in de Arabische wereld: “Ik beschouw het als een deel van mijn verantwoordelijkheid als president van de Verenigde Staten om te vechten tegen negatieve stereotypen van de islam, waar zij zich ook voordoen.”

Obama suggereerde daarmee ten onrechte voor de islamitische wereld dat hij de media in Amerika onder controle had – zoals de dictators in de Arabisch-islamitische landen.

Het typeert de westerse neiging om al te vergevingsgezind zijn als reactie op islamitisch slachtofferdenken. Het is de psychologische koevoet om juist meer moslimgeweld op te roepen.

 

Conclusie

Men kan islamisten niet verzoenen met een seculier systeem van wetten. Ze kunnen de Westerse aanwezigheid in de Perzische Golf of het bestaansrecht van Israël niet tolereren.
Ze kunnen de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst, of de vrijheid voor vrouwen niet accepteren. Kortom, hun eisen zijn onverenigbaar met de moderne wereld.

Wat wij ons zouden moeten afvragen is waarom wij eigenlijk allerlei extremisme in de wereld zouden moeten goedpraten? Waarom zouden wij daaraan toegeven, terwijl die alleen maar erop gericht is om elke kritiek op de radicale islam te verwerpen als godslastering?

Die toegeeflijkheid zou namelijk wel eens het beste kunnen verklaren waarom Arabieren zo snel beledigd zijn.